Zijn naam laat Nederlandse roots vermoeden, maar daar is geen sprake van: Arno De Kuyffer is op en top Belgisch, Ekerenaar om meer precies te zijn. Hij kent natuurlijk wel de gloriejaren van Germinal Ekeren, maar was te jong om die jaren bewust te beleven. Dan kent hij de meer recente geschiedenis van Sporting Lokeren wel beter. Hij wil straks deel uitmaken van de wederopstanding van wat nu Lokeren-Temse heet.

Waar ben je begonnen met voetballen?

Ik ben begonnen bij KSK Donk, een vierdeprovincialer uit Ekeren. Toen ik 12 was, speelden we eens vriendschappelijk tegen Berchem Sport. Een dag later kreeg ik de vraag om bij hen te komen spelen. Ik was vereerd door de vraag en zette de stap. Ik speelde er tot dit jaar, trainde van mijn 16 bij de eerste ploeg en maakte er als 17-jarige mijn debuut. Vanzelfsprekend was het door corona een zeer beperkt seizoen, maar ik tankte er wel vertrouwen. We speelden slechts drie wedstrijden, maar ik startte telkens toch in de basis.

Je bent in de wieg gelegd als centrale verdediger?

Het is in ieder geval altijd mijn positie geweest. Ik ben 1m89 groot en dat is zeker geen nadeel op die plaats. Al heeft mijn lengte me ook wat parten gespeeld: ik groeide op korte tijd heel stevig, waardoor ik toch een tijdlang blessuregevoelig was. Maar dat is nu voorbij. Ik voel me steeds beter in mijn sas. Ik heb heel wat kracht, ben behoorlijk kopbalsterk en heb een goede verre pas in de voeten. Mijn snelheid kan nog beter en ik zou met mijn kwaliteiten toch ook wat meer moeten scoren. Ik heb wel een hard schot, maar mis nog te vaak precisie.

Het duurt nog een hele tijd vooraleer je weer aan voetballen toe kan komen…

Als je wedstrijden bedoelt, heb je gelijk. Maar mijn voorbereiding is wel al begonnen. Ik train nu tweemaal in de week met Danny Veyt en de beloften. Daarnaast loop ik zelf nog twee keer in de week en praktisch elke dag doe ik aan stretchen en wat krachttraining. Ik ben gebrand op een goede start. Ik weet namelijk dat ik heel hard zal moeten vechten om me in de ploeg te knokken. Met Steven Schürman en Bart Goossens staan twee heel solide, ervaren spelers centraal achterin. Toch zie ik ze niet in de eerste plaats als concurrenten, eerder als leermeesters die me op weg kunnen zetten naar betere prestaties.

Je hebt net je middelbare school afgemaakt, wat nu?

In september begon ik aan een opleiding kinesitherapie aan de universiteit. Wat heb ik dat onderschat! Na de eerste examenperiode besloot ik naar iets anders uit te kijken, iets dat beter bij me past. Dat doe ik dus nu, uitkijken naar wat me ligt, de markt verkennen, zeg maar. En me focussen op het voetbal natuurlijk.

Hoe ben je bij Lokeren-Temse terecht gekomen?

Ik werd uitgenodigd voor een verkennend gesprek met Steven De Proost, in het stadion. Dat was een uiterst aangenaam en wat mij betreft geslaagd gesprek. Ik hoorde dat hij me kende, dat hij me al had zien spelen. Hij vertelde me over de plannen van de club. Na afloop zei ik direct tegen mijn vader: “Hier wil ik spelen, hier heb ik een goed gevoel bij. Dat stadion ook, de recente geschiedenis”. Mijn besluit stond dadelijk vast.

Ken je spelers van het vroegere Sporting Lokeren?

Bij Sporting Lokeren denk ik spontaan aan Copa. Wat een doelman! Wat een klasse, wat een présence! Een topkerel. Killian Overmeire ken ik natuurlijk omwille van zijn clubliefde. Uit de meer recente periode denk ik spontaan aan Jelle Van Damme, zo een beenharde verdediger wil ik ook wel zijn. En Gil Van Moerzeke zie ik als de verbinding tussen de geschiedenis en de toekomst. Ik kijk er naar uit om met hem samen te spelen.

Hoe ver reiken de ambities?

Mijn ambitie is: elke training hard werken om me in de ploeg te spelen. Als iedereen er keihard voor werkt, moeten we toch een ploeg hebben die meedoet voor de prijzen. Ik heb het nu niet over kampioen spelen, daar droomt iedereen wel van, maar dan moet alles wel meezitten. Laten we nederig blijven en bescheiden timmeren aan de weg. Het is een cliché, maar we bekijken het stap voor stap.

 

P